Pick a language and start learning!
Onbepaalde Lidwoorden in de Accusatief Opdrachten in de Duitse taal
De Duitse taal kent verschillende soorten lidwoorden, waaronder de onbepaalde lidwoorden. Deze lidwoorden, "ein" voor mannelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden en "eine" voor vrouwelijke zelfstandige naamwoorden, veranderen afhankelijk van de naamval waarin ze worden gebruikt. In de accusatief, de naamval die vaak wordt gebruikt om het lijdend voorwerp van een zin aan te geven, ondergaan deze lidwoorden enkele veranderingen die essentieel zijn voor de correcte zinsbouw in het Duits.
Het begrijpen en correct toepassen van de onbepaalde lidwoorden in de accusatief is cruciaal voor het formuleren van zinnen waarin een directe actie op een object wordt uitgevoerd. Deze grammaticale oefeningen zijn ontworpen om je te helpen deze veranderingen te herkennen en te automatiseren, zodat je met vertrouwen en nauwkeurigheid in het Duits kunt communiceren. Of je nu een beginner bent of je kennis wilt opfrissen, deze oefeningen zullen je een stevige basis geven in de Duitse grammatica.
Exercise 1
<p>1. Zij koopt *een* appel voor de lunch (onbepaalde lidwoord, mannelijk). </p>
<p>2. Hij ziet *een* hond in het park (onbepaalde lidwoord, mannelijk). </p>
<p>3. Wij hebben *een* cadeau voor haar gekocht (onbepaalde lidwoord, onzijdig). </p>
<p>4. Ik neem *een* kopje thee (onbepaalde lidwoord, onzijdig). </p>
<p>5. Zij leest *een* boek in de bibliotheek (onbepaalde lidwoord, onzijdig). </p>
<p>6. Hij brengt *een* plant naar het kantoor (onbepaalde lidwoord, vrouwelijk). </p>
<p>7. Wij huren *een* auto voor de vakantie (onbepaalde lidwoord, vrouwelijk). </p>
<p>8. Jullie zien *een* kat op straat (onbepaalde lidwoord, vrouwelijk). </p>
<p>9. Ik neem *een* banaan voor het ontbijt (onbepaalde lidwoord, vrouwelijk). </p>
<p>10. Zij koopt *een* tafel voor de woonkamer (onbepaalde lidwoord, vrouwelijk). </p>
Exercise 2
<p>1. Hij zoekt *een* nieuwe baan. (Onbepaald lidwoord voor 'baan').</p>
<p>2. Zij koopt *een* appel in de winkel. (Onbepaald lidwoord voor 'appel').</p>
<p>3. We hebben *een* hond gezien in het park. (Onbepaald lidwoord voor 'hond').</p>
<p>4. Hij wil *een* boek lezen. (Onbepaald lidwoord voor 'boek').</p>
<p>5. Ze eten *een* pizza voor het avondeten. (Onbepaald lidwoord voor 'pizza').</p>
<p>6. Ik stuur *een* brief naar mijn vriend. (Onbepaald lidwoord voor 'brief').</p>
<p>7. We gaan *een* film kijken vanavond. (Onbepaald lidwoord voor 'film').</p>
<p>8. Zij koopt *een* nieuwe jas. (Onbepaald lidwoord voor 'jas').</p>
<p>9. Hij drinkt *een* kop koffie. (Onbepaald lidwoord voor 'kop koffie').</p>
<p>10. We hebben *een* kat geadopteerd. (Onbepaald lidwoord voor 'kat').</p>
Exercise 3
<p>1. Ik koop *een* appel voor mijn lunch. (Onbepaald lidwoord voor een enkelvoudig, mannelijk zelfstandig naamwoord)</p>
<p>2. Zij heeft *een* boek gelezen tijdens de vakantie. (Onbepaald lidwoord voor een enkelvoudig, onzijdig zelfstandig naamwoord)</p>
<p>3. Hij ziet *een* hond in de tuin. (Onbepaald lidwoord voor een enkelvoudig, mannelijk zelfstandig naamwoord)</p>
<p>4. Wij eten *een* pizza voor het avondeten. (Onbepaald lidwoord voor een enkelvoudig, vrouwelijk zelfstandig naamwoord)</p>
<p>5. Jullie hebben *een* nieuwe auto gekocht. (Onbepaald lidwoord voor een enkelvoudig, onzijdig zelfstandig naamwoord)</p>
<p>6. Zij brengt *een* cadeau naar het feest. (Onbepaald lidwoord voor een enkelvoudig, onzijdig zelfstandig naamwoord)</p>
<p>7. Hij stuurt *een* brief naar zijn vriend. (Onbepaald lidwoord voor een enkelvoudig, vrouwelijk zelfstandig naamwoord)</p>
<p>8. Wij huren *een* huis aan het strand. (Onbepaald lidwoord voor een enkelvoudig, onzijdig zelfstandig naamwoord)</p>
<p>9. Zij koopt *een* jurk voor het feest. (Onbepaald lidwoord voor een enkelvoudig, vrouwelijk zelfstandig naamwoord)</p>
<p>10. Hij kijkt naar *een* film in de bioscoop. (Onbepaald lidwoord voor een enkelvoudig, onzijdig zelfstandig naamwoord)</p>