Pick a language and start learning!
Onbepaalde lidwoorden bij beroepen Opdrachten in de Portugese taal
Het gebruik van onbepaalde lidwoorden bij beroepen kan soms verwarrend zijn voor Nederlandstalige sprekers die Portugees leren. In het Nederlands gebruiken we vaak "een" voor onbepaalde lidwoorden, maar in het Portugees moet je kiezen tussen "um" en "uma," afhankelijk van het geslacht van het zelfstandig naamwoord. Deze grammaticale regels zijn essentieel om zinnen correct te formuleren en om misverstanden te voorkomen. In deze oefeningen gaan we dieper in op het gebruik van onbepaalde lidwoorden bij verschillende beroepen, zodat je je vaardigheden in het Portugees kunt verbeteren.
Door deze oefeningen te maken, leer je niet alleen de juiste lidwoorden te gebruiken, maar vergroot je ook je woordenschat met betrekking tot beroepen in het Portugees. We zullen zowel mannelijke als vrouwelijke vormen van beroepen behandelen, en hoe de keuze van het lidwoord verandert afhankelijk van het geslacht. Of je nu een beginner bent of al enige ervaring hebt met de Portugese taal, deze oefeningen zijn ontworpen om je een beter begrip te geven van deze belangrijke grammaticale structuur. Veel succes en plezier met het leren!
Exercise 1
<p>1. Ele é *um* médico (beroep in de gezondheidszorg).</p>
<p>2. Maria quer ser *uma* professora (beroep in het onderwijs).</p>
<p>3. João sonha em ser *um* engenheiro (beroep in de techniek).</p>
<p>4. Ela trabalha como *uma* advogada (beroep in de juridische sector).</p>
<p>5. Carlos é *um* artista (beroep in de kunstwereld).</p>
<p>6. Paula quer ser *uma* cozinheira (beroep in de keuken).</p>
<p>7. Ele se tornou *um* escritor famoso (beroep in de literatuur).</p>
<p>8. Ela trabalha como *uma* jornalista (beroep in de media).</p>
<p>9. Ele é *um* motorista de táxi (beroep met voertuigen).</p>
<p>10. Ela quer ser *uma* enfermeira (beroep in de zorg).</p>
Exercise 2
<p>1. Ele é *um* médico. (onbepaald lidwoord voor mannelijk beroep)</p>
<p>2. Ela trabalha como *uma* professora. (onbepaald lidwoord voor vrouwelijk beroep)</p>
<p>3. Meu irmão quer ser *um* engenheiro. (onbepaald lidwoord voor mannelijk beroep)</p>
<p>4. Minha tia é *uma* arquiteta. (onbepaald lidwoord voor vrouwelijk beroep)</p>
<p>5. João sonha em ser *um* piloto. (onbepaald lidwoord voor mannelijk beroep)</p>
<p>6. Maria quer se tornar *uma* escritora. (onbepaald lidwoord voor vrouwelijk beroep)</p>
<p>7. Ele trabalha como *um* advogado. (onbepaald lidwoord voor mannelijk beroep)</p>
<p>8. Ela é *uma* enfermeira. (onbepaald lidwoord voor vrouwelijk beroep)</p>
<p>9. Ele sonha em ser *um* artista. (onbepaald lidwoord voor mannelijk beroep)</p>
<p>10. Minha amiga quer ser *uma* cientista. (onbepaald lidwoord voor vrouwelijk beroep)</p>
Exercise 3
<p>1. João é *um* engenheiro. (onbepaald lidwoord voor beroep)</p>
<p>2. Maria quer ser *uma* médica quando crescer. (onbepaald lidwoord voor beroep)</p>
<p>3. Ana sonha em se tornar *uma* artista famosa. (onbepaald lidwoord voor beroep)</p>
<p>4. Pedro trabalha como *um* professor na escola local. (onbepaald lidwoord voor beroep)</p>
<p>5. Clara é *uma* excelente cozinheira. (onbepaald lidwoord voor beroep)</p>
<p>6. Luís quer ser *um* advogado no futuro. (onbepaald lidwoord voor beroep)</p>
<p>7. Marta estuda para se tornar *uma* enfermeira. (onbepaald lidwoord voor beroep)</p>
<p>8. Paulo sempre quis ser *um* piloto de avião. (onbepaald lidwoord voor beroep)</p>
<p>9. Isabel é *uma* talentosa escritora. (onbepaald lidwoord voor beroep)</p>
<p>10. Ricardo trabalha como *um* fotógrafo profissional. (onbepaald lidwoord voor beroep)</p>