Pick a language and start learning!
Tegenwoordige Duurvorm Tijd Opdrachten in de Spaanse taal
De tegenwoordige duurvorm tijd, ook wel bekend als de presente progressieve tijd, is een essentieel aspect van de Spaanse grammatica dat helpt om acties te beschrijven die op dit moment plaatsvinden. Deze tijdsvorm wordt gevormd door de tegenwoordige tijd van het werkwoord "estar" te combineren met een gerundio, dat wil zeggen een werkwoordsvorm eindigend op -ando of -iendo. Bijvoorbeeld, "Estoy hablando" betekent "Ik ben aan het praten." Het begrijpen en correct gebruiken van deze constructie is cruciaal voor het voeren van natuurlijke en vloeiende gesprekken in het Spaans.
Bij het leren van de tegenwoordige duurvorm tijd, is het belangrijk om aandacht te besteden aan zowel de vorming als het gebruik ervan in verschillende contexten. In deze grammatica-oefeningen zul je verschillende scenario's tegenkomen waarin je deze tijdsvorm moet toepassen, van alledaagse activiteiten tot meer complexe situaties. Door middel van praktische oefeningen en voorbeelden helpen we je om je begrip en gebruik van de presente progressieve tijd te versterken, zodat je zelfverzekerd en correct kunt communiceren in het Spaans.
Exercise 1
<p>1. Hij is *aan het lezen* (hij doet iets met een boek).</p>
<p>2. Zij zijn *aan het koken* (zij maken eten klaar).</p>
<p>3. Wij zijn *aan het studeren* (wij leren voor een examen).</p>
<p>4. Ik ben *aan het zwemmen* (ik ben in het water).</p>
<p>5. Jij bent *aan het schrijven* (jij gebruikt een pen en papier).</p>
<p>6. Jullie zijn *aan het wandelen* (jullie maken een wandeling).</p>
<p>7. Hij is *aan het slapen* (hij is in bed en rust uit).</p>
<p>8. Zij is *aan het zingen* (zij maakt muziek met haar stem).</p>
<p>9. Wij zijn *aan het werken* (wij zijn bezig met onze baan).</p>
<p>10. Ik ben *aan het fietsen* (ik rijd op een fiets).</p>
Exercise 2
<p>1. Ella está *comiendo* una ensalada (werkwoord voor eten).</p>
<p>2. Nosotros estamos *leyendo* un libro interesante (werkwoord voor lezen).</p>
<p>3. Tú estás *trabajando* en un proyecto importante (werkwoord voor werken).</p>
<p>4. Ellos están *jugando* al fútbol en el parque (werkwoord voor spelen).</p>
<p>5. Yo estoy *escribiendo* una carta a mi amigo (werkwoord voor schrijven).</p>
<p>6. Vosotros estáis *viendo* una película en el cine (werkwoord voor kijken).</p>
<p>7. Ella está *cantando* su canción favorita (werkwoord voor zingen).</p>
<p>8. Nosotros estamos *cocinando* la cena para la familia (werkwoord voor koken).</p>
<p>9. Tú estás *bailando* en la fiesta (werkwoord voor dansen).</p>
<p>10. Ellos están *estudiando* para el examen de mañana (werkwoord voor studeren).</p>
Exercise 3
<p>1. Ik ben *aan het lezen* in de bibliotheek (actie van lezen).</p>
<p>2. Hij is *aan het koken* voor het diner (actie in de keuken).</p>
<p>3. Wij zijn *aan het wandelen* in het park (actie in de buitenlucht).</p>
<p>4. Zij zijn *aan het studeren* voor het examen (activiteit voor school).</p>
<p>5. De kinderen zijn *aan het spelen* op het plein (activiteit voor kinderen).</p>
<p>6. Jij bent *aan het schilderen* een mooi landschap (kunstzinnige activiteit).</p>
<p>7. Mijn moeder is *aan het werken* in de tuin (tuinactiviteit).</p>
<p>8. De hond is *aan het slapen* op de bank (rustactiviteit van een dier).</p>
<p>9. Mijn vriend is *aan het fietsen* door de stad (vervoer middel).</p>
<p>10. Zij is *aan het zingen* haar favoriete lied (muzikale activiteit).</p>
Language Learning Made Fast and Easy with AI
Talkpal is AI-powered language teacher. master 57+ languages efficiently 5x faster with revolutionary technology.
