Pick a language and start learning!
Voorzetsels van tijd Opdrachten in de Italiaanse taal
Voorzetsels van tijd zijn een cruciaal onderdeel van de Italiaanse taal die je helpen om nauwkeuriger en duidelijker te communiceren. In het Italiaans worden voorzetsels zoals "in", "a", "da" en "per" gebruikt om tijdsaanduidingen te maken. Deze voorzetsels kunnen soms verwarrend zijn, vooral omdat hun gebruik kan verschillen van het Nederlands. Door te oefenen met deze voorzetsels kun je je begrip en gebruik van de Italiaanse taal aanzienlijk verbeteren.
In deze sectie vind je diverse oefeningen die je zullen helpen om de juiste voorzetsels van tijd in het Italiaans te leren en toe te passen. Of je nu een beginner bent of al enige ervaring hebt met de Italiaanse taal, deze oefeningen zijn ontworpen om je vaardigheden te versterken en je zelfvertrouwen te vergroten. Begin vandaag nog met oefenen en ontdek hoe eenvoudig het kan zijn om deze belangrijke taalaspecten onder de knie te krijgen!
Exercise 1
<p>1. Andiamo *a* scuola alle otto di mattina (voorzetsel voor een specifieke tijd).</p>
<p>2. Il film inizia *alle* sette di sera (voorzetsel voor een specifieke tijd).</p>
<p>3. Lavoro *fino a* mezzogiorno (voorzetsel voor een eindtijd).</p>
<p>4. Studio italiano *da* tre anni (voorzetsel voor een tijdsperiode).</p>
<p>5. Ci vediamo *tra* due ore (voorzetsel voor een toekomstige tijd).</p>
<p>6. La festa è *di* venerdì (voorzetsel voor een specifieke dag).</p>
<p>7. Il negozio chiude *alle* cinque del pomeriggio (voorzetsel voor een specifieke tijd).</p>
<p>8. Ho incontrato Maria *dopo* il lavoro (voorzetsel voor een tijdstip na een gebeurtenis).</p>
<p>9. Partiamo *per* Roma domani mattina (voorzetsel voor een vertrek).</p>
<p>10. Rimango qui *fino a* domani sera (voorzetsel voor een eindtijd).</p>
Exercise 2
<p>1. We gaan *in* januari op vakantie (maand van het jaar).</p>
<p>2. De winkel sluit om *zes* uur 's avonds (tijdstip).</p>
<p>3. De vergadering begint *om* negen uur 's ochtends (tijdstip).</p>
<p>4. We vieren Kerstmis *op* 25 december (datum).</p>
<p>5. Zij studeert *in* de avonduren (tijdstip van de dag).</p>
<p>6. Hij is geboren *op* 15 augustus 1990 (datum).</p>
<p>7. De lente begint *in* maart (maand van het jaar).</p>
<p>8. Het concert begint *om* acht uur 's avonds (tijdstip).</p>
<p>9. Zij gaat *in* de zomer naar Italië (seizoen).</p>
<p>10. We hebben les *op* maandag en woensdag (dagen van de week).</p>
Exercise 3
<p>1. La lezione inizia *alle* nove (tijdstip).</p>
<p>2. Andiamo in vacanza *in* agosto (maand).</p>
<p>3. Studio italiano *da* tre anni (duur).</p>
<p>4. La festa è *a* mezzanotte (tijdstip).</p>
<p>5. Mi sveglio *alle* sette di mattina (tijdstip).</p>
<p>6. Il negozio chiude *alle* otto di sera (tijdstip).</p>
<p>7. Il treno parte *alle* due del pomeriggio (tijdstip).</p>
<p>8. Lavoro *da* lunedì a venerdì (duur).</p>
<p>9. Il concerto è *di* sera (tijdstip).</p>
<p>10. Andremo al cinema *nel* fine settimana (periode).</p>