Pick a language and start learning!
Voltooid deelwoord overeenkomst Opdrachten in de Italiaanse taal
Het voltooid deelwoord overeenkomst in de Italiaanse taal is een essentieel aspect voor iedereen die deze romantische taal wil beheersen. In tegenstelling tot het Nederlands, waar het voltooid deelwoord relatief eenvoudig is, vereist het Italiaans dat het voltooid deelwoord overeenkomt in geslacht en aantal met het onderwerp of het lijdend voorwerp van de zin. Dit kan een uitdaging vormen voor Nederlandstalige sprekers, maar met de juiste oefeningen en uitleg is het zeker te leren. Door te begrijpen hoe dit werkt, kunt u uw Italiaanse grammatica naar een hoger niveau tillen en zorgen voor correct en vloeiend taalgebruik.
Onze grammaticaoefeningen zijn ontworpen om u te helpen deze overeenkomsten te herkennen en correct toe te passen. U zult oefeningen vinden die zich richten op de verschillende werkwoordsvormen en hun overeenkomsten, evenals zinnen die u moet aanvullen of corrigeren. Deze oefeningen zijn ideaal om uw kennis te testen en te verbeteren. Of u nu een beginner bent of uw bestaande kennis wilt opfrissen, deze pagina biedt alles wat u nodig heeft om het voltooid deelwoord overeenkomst in het Italiaans te beheersen.
Exercise 1
<p>1. Giulia ha *mangiato* una pizza deliziosa (voltooid deelwoord van "mangiare").</p>
<p>2. I bambini hanno *giocato* nel parco tutto il pomeriggio (voltooid deelwoord van "giocare").</p>
<p>3. Abbiamo *visitato* il museo di arte moderna ieri (voltooid deelwoord van "visitare").</p>
<p>4. Marco ha *comprato* una nuova macchina la settimana scorsa (voltooid deelwoord van "comprare").</p>
<p>5. Loro hanno *finito* il progetto in tempo (voltooid deelwoord van "finire").</p>
<p>6. Lei ha *visto* un film interessante al cinema (voltooid deelwoord van "vedere").</p>
<p>7. Abbiamo *letto* un libro molto interessante (voltooid deelwoord van "leggere").</p>
<p>8. Hanno *dormito* fino a tardi questa mattina (voltooid deelwoord van "dormire").</p>
<p>9. Ho *scritto* una lettera al mio amico (voltooid deelwoord van "scrivere").</p>
<p>10. Abbiamo *preso* il treno per andare a Roma (voltooid deelwoord van "prendere").</p>
Exercise 2
<p>1. Maria heeft de hele dag *gewerkt* in de tuin (werkwoord: werken).</p>
<p>2. Hij heeft de brief *geschreven* en opgestuurd (werkwoord: schrijven).</p>
<p>3. Wij hebben samen een heerlijke maaltijd *gekookt* (werkwoord: koken).</p>
<p>4. Jullie hebben de film al *gezien* (werkwoord: zien).</p>
<p>5. De kinderen hebben de speeltuin *geveegd* (werkwoord: vegen).</p>
<p>6. Ik heb de hele nacht *geslapen* (werkwoord: slapen).</p>
<p>7. Zij hebben hun huiswerk *gemaakt* (werkwoord: maken).</p>
<p>8. Hij heeft zijn kamer eindelijk *opgeruimd* (werkwoord: opruimen).</p>
<p>9. Wij hebben de hele dag *gewandeld* in het park (werkwoord: wandelen).</p>
<p>10. Jullie hebben de wedstrijd *gewonnen* (werkwoord: winnen).</p>
Exercise 3
<p>1. Maria heeft de hele taart *gegeten* (werkwoord dat eten betekent).</p>
<p>2. De kinderen hebben in het park *gespeeld* (werkwoord dat plezier betekent).</p>
<p>3. Giovanni is te laat op het werk *gekomen* (werkwoord dat aankomst betekent).</p>
<p>4. Maria en Luca hebben gisteren samen een film *gekeken* (werkwoord dat kijken betekent).</p>
<p>5. Ik heb mijn huiswerk al *gemaakt* (werkwoord dat creëren betekent).</p>
<p>6. We hebben het hele weekend *gedanst* (werkwoord dat bewegen met muziek betekent).</p>
<p>7. De hond heeft de hele middag in de tuin *gerend* (werkwoord dat snel bewegen betekent).</p>
<p>8. Ze hebben het nieuwe restaurant vorige week *geopend* (werkwoord dat openen betekent).</p>
<p>9. Anna heeft de brief gisteren *geschreven* (werkwoord dat schrijven betekent).</p>
<p>10. Hij heeft zijn auto vorige maand *verkocht* (werkwoord dat verkopen betekent).</p>