Pick a language and start learning!
Aanwijzende voornaamwoorden Opdrachten in de Portugese taal
Aanwijzende voornaamwoorden zijn een essentieel onderdeel van de Nederlandse grammatica en helpen ons om specifiek te verwijzen naar mensen, dieren, dingen of plaatsen. Deze voornaamwoorden, zoals 'deze', 'die', 'dit' en 'dat', geven aan waar iets of iemand zich bevindt ten opzichte van de spreker. Ze spelen een cruciale rol in de communicatie omdat ze duidelijkheid scheppen en helpen bij het beschrijven van situaties en objecten. Door het juiste gebruik van aanwijzende voornaamwoorden kun je je zinnen nauwkeuriger en begrijpelijker maken, wat essentieel is voor effectieve communicatie in het Nederlands.
In deze sectie bieden we een reeks oefeningen aan die je helpen om je begrip en gebruik van aanwijzende voornaamwoorden te verbeteren. Of je nu een beginner bent die net begint met het leren van de basisregels, of een gevorderde spreker die zijn kennis wil verfijnen, deze oefeningen zijn ontworpen om je taalvaardigheden te versterken. Met praktische voorbeelden en gevarieerde opdrachten kun je oefenen met het toepassen van aanwijzende voornaamwoorden in verschillende contexten, zodat je zelfverzekerder en vloeiender in het Nederlands kunt communiceren.
Exercise 1
<p>1. *Este* livro é muito interessante. (aanwijzend voornaamwoord dichtbij, enkelvoud)</p>
<p>2. *Aquela* casa é muito grande. (aanwijzend voornaamwoord ver weg, enkelvoud)</p>
<p>3. Eu quero *aqueles* sapatos. (aanwijzend voornaamwoord ver weg, meervoud)</p>
<p>4. *Esses* carros são rápidos. (aanwijzend voornaamwoord niet dichtbij, meervoud)</p>
<p>5. *Esta* caneta é azul. (aanwijzend voornaamwoord dichtbij, enkelvoud)</p>
<p>6. Eu gosto de *aquela* cidade. (aanwijzend voornaamwoord ver weg, enkelvoud)</p>
<p>7. *Este* computador é novo. (aanwijzend voornaamwoord dichtbij, enkelvoud)</p>
<p>8. *Essas* flores são lindas. (aanwijzend voornaamwoord niet dichtbij, meervoud)</p>
<p>9. *Aqueles* meninos estão jogando futebol. (aanwijzend voornaamwoord ver weg, meervoud)</p>
<p>10. *Esta* cadeira é confortável. (aanwijzend voornaamwoord dichtbij, enkelvoud)</p>
Exercise 2
<p>1. *Este* livro é muito interessante (aanwijzend voornaamwoord voor iets dichtbij).</p>
<p>2. *Essas* flores são para você (aanwijzend voornaamwoord voor iets een beetje verder weg, meervoud).</p>
<p>3. Eu gosto de *aquela* casa na colina (aanwijzend voornaamwoord voor iets ver weg).</p>
<p>4. *Este* é o meu amigo João (aanwijzend voornaamwoord voor iets dichtbij, mannelijk).</p>
<p>5. *Aqueles* carros são muito rápidos (aanwijzend voornaamwoord voor iets ver weg, meervoud).</p>
<p>6. *Essa* caneta é minha (aanwijzend voornaamwoord voor iets een beetje verder weg, vrouwelijk).</p>
<p>7. Eu prefiro *este* restaurante (aanwijzend voornaamwoord voor iets dichtbij, mannelijk).</p>
<p>8. *Aquelas* crianças estão brincando no parque (aanwijzend voornaamwoord voor iets ver weg, meervoud).</p>
<p>9. *Esta* mochila é muito pesada (aanwijzend voornaamwoord voor iets dichtbij, vrouwelijk).</p>
<p>10. *Esse* filme é muito longo (aanwijzend voornaamwoord voor iets een beetje verder weg, mannelijk).</p>
Exercise 3
<p>1. *Este* livro é muito interessante. (dichtbij de spreker)</p>
<p>2. *Aquela* casa é a mais bonita do bairro. (ver weg van de spreker)</p>
<p>3. *Esses* sapatos são novos. (dichtbij de toehoorder)</p>
<p>4. *Esta* caneta é azul. (dichtbij de spreker)</p>
<p>5. *Aqueles* carros são muito rápidos. (ver weg van de spreker)</p>
<p>6. *Essas* flores são para você. (dichtbij de toehoorder)</p>
<p>7. *Este* cachorro é muito amigável. (dichtbij de spreker)</p>
<p>8. *Aquele* prédio é muito alto. (ver weg van de spreker)</p>
<p>9. *Estas* frutas são frescas. (dichtbij de spreker)</p>
<p>10. *Esses* documentos são importantes. (dichtbij de toehoorder)</p>




