Bijwoorden van frequentie Opdrachten in de Portugese taal

Bijwoorden van frequentie zijn een essentieel onderdeel van de Nederlandse taal en helpen ons om duidelijk te maken hoe vaak een bepaalde handeling plaatsvindt. Of je nu een beginner bent die net de basis van de taal leert, of een gevorderde spreker die zijn of haar taalvaardigheden wil verfijnen, het begrijpen en correct gebruiken van deze bijwoorden is cruciaal. In het Portugees hebben we vergelijkbare bijwoorden, zoals "sempre" (altijd), "frequentemente" (vaak), en "raramente" (zelden). Het correct overzetten van deze bijwoorden naar het Nederlands kan aanvankelijk lastig zijn, maar met de juiste oefeningen en voorbeelden wordt het al snel een tweede natuur. In deze sectie vind je diverse oefeningen die je helpen om vertrouwd te raken met de Nederlandse bijwoorden van frequentie. We beginnen met eenvoudige invuloefeningen waarin je de juiste bijwoorden kiest om zinnen compleet te maken, en gaan vervolgens over naar meer complexe zinnen en contexten waarin je jouw kennis kunt testen. Door regelmatig te oefenen met deze bijwoorden, zul je merken dat je steeds vloeiender en preciezer kunt aangeven hoe vaak iets gebeurt, wat je algehele taalvaardigheid aanzienlijk verbetert. Veel succes en plezier met de oefeningen!

Exercise 1 

<p>1. Ela *sempre* chega na hora (altijd).</p> <p>2. Nós *raramente* comemos fora (zelden).</p> <p>3. Ele *nunca* esquece de fazer a lição de casa (nooit).</p> <p>4. Você *frequentemente* vai ao cinema (vaak).</p> <p>5. Eles *às vezes* jogam futebol no parque (soms).</p> <p>6. Eu *quase sempre* acordo cedo (bijna altijd).</p> <p>7. Ela *ocasionalmente* visita os avós (af en toe).</p> <p>8. Nós *quase nunca* vemos televisão (bijna nooit).</p> <p>9. Ele *diariamente* pratica violão (dagelijks).</p> <p>10. Você *normalmente* faz exercício pela manhã (normaal gesproken).</p>
 

Exercise 2

<p>1. Ela *sempre* acorda cedo (frequentie adverb). Ze doet dit elke dag.</p> <p>2. Nós *nunca* esquecemos de levar o guarda-chuva (frequentie adverb). Het gebeurt echt nooit.</p> <p>3. Ele *às vezes* joga futebol com os amigos (frequentie adverb). Niet elke keer maar af en toe.</p> <p>4. Eu *normalmente* tomo café da manhã às oito horas (frequentie adverb). Bijna elke dag op dezelfde tijd.</p> <p>5. Eles *raramente* visitam os avós (frequentie adverb). Het komt bijna nooit voor.</p> <p>6. Maria *frequentemente* lê livros antes de dormir (frequentie adverb). Ze doet dit vaak.</p> <p>7. Nós *de vez em quando* vamos ao cinema (frequentie adverb). Niet altijd, maar soms wel.</p> <p>8. Pedro *quase sempre* estuda à noite (frequentie adverb). Bijna elke avond doet hij dit.</p> <p>9. Eu *constantemente* lavo as mãos (frequentie adverb). Ik doe dit heel vaak gedurende de dag.</p> <p>10. Eles *quase nunca* comem fast food (frequentie adverb). Het gebeurt bijna niet.</p>
 

Exercise 3

<p>1. Ela *sempre* toma café da manhã antes de sair de casa (altijd).</p> <p>2. Nós *raramente* vamos ao cinema durante a semana (zelden).</p> <p>3. Eles *frequentemente* visitam seus avós nos finais de semana (vaak).</p> <p>4. Eu *nunca* me esqueço de fazer meus deveres de casa (nooit).</p> <p>5. Você *às vezes* joga futebol com seus amigos no parque (soms).</p> <p>6. Minha mãe *quase sempre* faz bolo aos domingos (bijna altijd).</p> <p>7. Marcos *ocasionalmente* viaja a negócios para o exterior (af en toe).</p> <p>8. Nós *normalmente* jantamos juntos às seis horas (gewoonlijk).</p> <p>9. Ela *raramente* come chocolate porque está de dieta (zelden).</p> <p>10. Eu *nunca* chego atrasado ao trabalho (nooit).</p>
 

Language Learning Made Fast and Easy with AI

Talkpal is AI-powered language teacher. master 57+ languages efficiently 5x faster with revolutionary technology.