Pick a language and start learning!

Oefening met Duurvorm Voltooide Tijdsvormen Opdrachten in de Engelse taal

Oefening met duurvorm voltooide tijdsvormen is essentieel voor het beheersen van de complexiteit van de Engelse taal. De duurvorm, ook bekend als de continuous of progressive vorm, wordt vaak gecombineerd met voltooide tijdsvormen om specifieke nuances in tijd en actie weer te geven. Dit betekent dat de actie niet alleen in het verleden is begonnen, maar ook doorloopt tot een bepaald moment in het heden of in de toekomst. Bijvoorbeeld, de present perfect continuous ("I have been reading") geeft aan dat de actie in het verleden is gestart en nog steeds doorgaat of net is gestopt. Het begrijpen en correct toepassen van deze vormen helpt je niet alleen om je Engels te verbeteren, maar ook om subtielere betekenissen en tijdsverhoudingen in je communicatie uit te drukken. Bij het oefenen met deze vormen, is het belangrijk om aandacht te besteden aan de context en de werkwoorden die worden gebruikt. Deze oefeningen zullen je helpen om vertrouwen te krijgen in het gebruik van de duurvorm voltooide tijdsvormen in verschillende situaties. Of je nu een gesprek voert, schrijft, of luistert naar Engelstalige media, het correct toepassen van deze grammaticale structuren zal je taalvaardigheid aanzienlijk versterken. In de oefeningen op deze pagina kun je je kennis testen en verbeteren, zodat je deze geavanceerde grammaticale concepten met gemak en nauwkeurigheid kunt toepassen.

Exercise 1

1. She has *been* working at the company for three years (werkwoord zijn + voltooid deelwoord). 2. They had *already* left by the time we arrived (bijwoord voor tijd). 3. I have *finished* my homework before dinner (voltooid deelwoord van 'finish'). 4. We have *been* living in this house since 2010 (werkwoord zijn + voltooid deelwoord). 5. He had *just* completed the task when the bell rang (bijwoord voor 'net gebeurd'). 6. She has *written* three books in the past year (voltooid deelwoord van 'write'). 7. They have *been* traveling around Europe for six months (werkwoord zijn + voltooid deelwoord). 8. I had *never* seen such a beautiful sunset before (bijwoord voor 'nooit'). 9. By next week, I will have *learned* a new language (voltooid deelwoord van 'learn'). 10. He has *already* told me the news (bijwoord voor 'al').

Exercise 2

1. She *had been studying* for hours before the exam started (werkwoord voor leren). 2. They *have been waiting* at the bus stop since 8 AM (werkwoord voor wachten). 3. He *had been running* every morning until he injured his knee (werkwoord voor rennen). 4. We *have been living* in this city for five years now (werkwoord voor wonen). 5. The children *had been playing* in the garden when it started to rain (werkwoord voor spelen). 6. I *have been reading* this book for a week and still haven’t finished it (werkwoord voor lezen). 7. By the time she arrived, we *had been talking* for an hour (werkwoord voor praten). 8. You *have been working* on this project for too long; take a break (werkwoord voor werken). 9. He *had been eating* his dinner when the phone rang (werkwoord voor eten). 10. They *have been traveling* around Europe for the past month (werkwoord voor reizen).

Exercise 3

1. She has been *studying* for hours (werkwoord voor leren). 2. They have been *waiting* for the bus since morning (werkwoord voor wachten). 3. I have been *reading* this book all week (werkwoord voor lezen). 4. He has been *working* on his project non-stop (werkwoord voor werken). 5. We have been *living* in this house for ten years (werkwoord voor wonen). 6. The kids have been *playing* outside all day (werkwoord voor spelen). 7. She has been *cooking* dinner since 5 PM (werkwoord voor koken). 8. They have been *traveling* around Europe for a month (werkwoord voor reizen). 9. I have been *thinking* about this problem for a while (werkwoord voor denken). 10. He has been *running* every morning to stay fit (werkwoord voor rennen).