Pick a language and start learning!
Onregelmatige vergelijkingen Opdrachten in de Engelse taal
Onregelmatige vergelijkingen vormen een essentieel onderdeel van de Engelse grammatica en kunnen soms verwarrend zijn voor Nederlandse sprekers. In het Engels zijn er bepaalde bijvoeglijke naamwoorden die niet volgens de gebruikelijke regels vervoegd worden om de vergrotende of overtreffende trap te vormen. Denk bijvoorbeeld aan woorden zoals "good" dat verandert in "better" en "best", of "bad" dat verandert in "worse" en "worst". Het leren van deze onregelmatigheden is cruciaal voor een vloeiende en correcte communicatie in het Engels.
Op deze pagina vind je een reeks oefeningen die je helpen om vertrouwd te raken met onregelmatige vergelijkingen in het Engels. Door middel van verschillende soorten opdrachten, van invuloefeningen tot meerkeuzevragen, kun je je kennis testen en verbeteren. Of je nu een beginner bent die net begint met Engels leren of een gevorderde spreker die zijn grammaticale vaardigheden wil aanscherpen, deze oefeningen zijn ontworpen om je te ondersteunen en uit te dagen. Start vandaag nog en merk hoe je Engelse taalvaardigheid vooruitgaat!
Exercise 1
<p>1. He is the *best* player on the team (superlatief van goed).</p>
<p>2. This book is *better* than the one I read last week (vergelijking van goed).</p>
<p>3. She is *worse* at math than her sister (vergelijking van slecht).</p>
<p>4. That was the *worst* meal I've ever had (superlatief van slecht).</p>
<p>5. This puzzle is *less* difficult than the previous one (vergelijking van weinig).</p>
<p>6. Of all the houses, theirs is the *least* expensive (superlatief van weinig).</p>
<p>7. He runs *faster* than anyone else in his class (vergelijking van snel).</p>
<p>8. She is the *fastest* runner on the team (superlatief van snel).</p>
<p>9. This road is *farther* than the one we usually take (vergelijking van ver).</p>
<p>10. That was the *farthest* we have ever traveled (superlatief van ver).</p>
Exercise 2
<p>1. She is *better* at math than her brother (good, better, best).</p>
<p>2. This dress is *worse* than the one I tried on earlier (bad, worse, worst).</p>
<p>3. He is the *least* interested in sports among all his friends (little, less, least).</p>
<p>4. The weather today is *worse* than it was yesterday (bad, worse, worst).</p>
<p>5. Her singing is getting *better* with practice (good, better, best).</p>
<p>6. This movie is *worse* than the one we saw last week (bad, worse, worst).</p>
<p>7. He is *less* confident about his presentation than she is (little, less, least).</p>
<p>8. This puzzle is *easier* than the one we solved yesterday (easy, easier, easiest).</p>
<p>9. She found the new job *better* than the old one (good, better, best).</p>
<p>10. He feels *worse* today than he did yesterday (bad, worse, worst).</p>
Exercise 3
<p>1. He is *better* at playing the piano than his sister (comparatief van 'goed').</p>
<p>2. This puzzle is *more difficult* than the one we did yesterday (vergelijking van 'moeilijk').</p>
<p>3. The weather today is *worse* than it was last week (vergelijking van 'slecht').</p>
<p>4. Her new car is *more expensive* than her old one (vergelijking van 'duur').</p>
<p>5. This book is *more interesting* than the movie adaptation (vergelijking van 'interessant').</p>
<p>6. His grades are *better* this semester than last semester (vergelijking van 'goed').</p>
<p>7. This task is *less challenging* than the previous one (vergelijking van 'uitdagend').</p>
<p>8. She feels *worse* today than she did yesterday (vergelijking van 'slecht').</p>
<p>9. His new job is *more demanding* than his previous job (vergelijking van 'veeleisend').</p>
<p>10. This coffee tastes *better* than the one I had this morning (vergelijking van 'goed').</p>
Language Learning Made Fast and Easy with AI
Talkpal is AI-powered language teacher. master 57+ languages efficiently 5x faster with revolutionary technology.
