Plusquamperfectum vervoeging Opdrachten in de Portugese taal

De Plusquamperfectum vervoeging, ook wel bekend als de voltooid verleden tijd, is een essentiële grammaticale constructie in de Portugese taal. Deze tijdsvorm wordt gebruikt om acties of gebeurtenissen te beschrijven die plaatsvonden vóór een ander moment in het verleden. Het begrijpen en correct toepassen van de Plusquamperfectum vervoeging helpt je niet alleen om nauwkeuriger te communiceren, maar ook om complexere zinnen te vormen en je taalvaardigheid te verbeteren. In het Portugees wordt deze tijdsvorm vaak gevormd door het gebruik van de hulpwerkwoorden "ter" of "haver" in de imperfectum, gevolgd door het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. Het correct vervoegen van werkwoorden in de Plusquamperfectum kan aanvankelijk uitdagend lijken, maar met de juiste oefening en uitleg wordt het snel duidelijker. In deze sectie bieden we een reeks oefeningen aan die je zullen helpen om de Plusquamperfectum vervoeging in de Portugese taal te beheersen. Je zult leren hoe je verschillende werkwoorden vervoegt, zowel regelmatige als onregelmatige, en hoe je deze vervoegingen correct toepast in zinnen. Deze oefeningen zijn ontworpen om je vertrouwen te geven in het gebruik van de Plusquamperfectum en je vaardigheden in het Portugees te versterken. Veel succes en plezier met het leren!

Exercise 1 

<p>1. Quando cheguei em casa, a comida já *estava* pronta. (werkwoord: zijn)</p> <p>2. Eles disseram que nunca *tinham* visto um filme tão emocionante. (werkwoord: hebben)</p> <p>3. Antes de viajar para o Brasil, nós *tínhamos* estudado português por um ano. (werkwoord: hebben)</p> <p>4. Quando ele finalmente chegou, eu já *tinha* terminado o trabalho. (werkwoord: hebben)</p> <p>5. Ela contou que já *tinha* lido aquele livro várias vezes. (werkwoord: hebben)</p> <p>6. Se você *tivesse* avisado antes, teríamos ido juntos. (werkwoord: hebben)</p> <p>7. Eles disseram que já *tinham* feito as malas. (werkwoord: hebben)</p> <p>8. Quando a festa começou, todos já *tinham* chegado. (werkwoord: hebben)</p> <p>9. Eu *tinha* pensado que ele viria mais cedo. (werkwoord: hebben)</p> <p>10. A professora explicou que já *tinha* corrigido todas as provas. (werkwoord: hebben)</p>
 

Exercise 2

<p>1. Quando eu cheguei à festa, eles já *tinham saído* (vervoeging van "sair").</p> <p>2. Ela disse que *tinha comprado* um presente para mim (vervoeging van "comprar").</p> <p>3. Antes de você chegar, nós já *tínhamos terminado* o jantar (vervoeging van "terminar").</p> <p>4. Ele contou que *tinha viajado* para o Brasil no ano passado (vervoeging van "viajar").</p> <p>5. Nós *tínhamos lido* aquele livro antes do filme ser lançado (vervoeging van "ler").</p> <p>6. Ela mencionou que *tinha visto* aquele filme antes (vervoeging van "ver").</p> <p>7. Eu não sabia que você já *tinha falado* com ele (vervoeging van "falar").</p> <p>8. Eles disseram que *tinham encontrado* a solução para o problema (vervoeging van "encontrar").</p> <p>9. Quando cheguei em casa, percebi que alguém *tinha entrado* (vervoeging van "entrar").</p> <p>10. Ele me contou que *tinha terminado* o projeto antes do prazo (vervoeging van "terminar").</p>
 

Exercise 3

<p>1. Quando cheguei, eles já *tinham saído* (vervoeging van "sair").</p> <p>2. Ela disse que nunca *tinha visto* um filme tão emocionante (vervoeging van "ver").</p> <p>3. Antes de você chegar, nós já *tínhamos terminado* o trabalho (vervoeging van "terminar").</p> <p>4. Ele contou que *tinha perdido* o ônibus para o trabalho (vervoeging van "perder").</p> <p>5. Nós *tínhamos lido* o livro antes da aula começar (vervoeging van "ler").</p> <p>6. Eles falaram que *tinham viajado* para a Europa no verão passado (vervoeging van "viajar").</p> <p>7. Quando perguntei, ela já *tinha feito* o jantar (vervoeging van "fazer").</p> <p>8. Antes da chuva começar, nós *tínhamos guardado* todas as coisas (vervoeging van "guardar").</p> <p>9. Ele não sabia que *tinha deixado* a chave em casa (vervoeging van "deixar").</p> <p>10. Eu contei que *tinha encontrado* um velho amigo na rua (vervoeging van "encontrar").</p>
 

Language Learning Made Fast and Easy with AI

Talkpal is AI-powered language teacher. master 57+ languages efficiently 5x faster with revolutionary technology.