Pick a language and start learning!
Tijdelijke voegwoorden Opdrachten in de Portugese taal
Tijdelijke voegwoorden spelen een cruciale rol in het verbinden van zinnen en het verduidelijken van de tijdsrelatie tussen gebeurtenissen in de Portugese taal. Dit zijn woorden zoals "quando" (wanneer), "enquanto" (terwijl), "assim que" (zodra), en "antes que" (voordat), die de volgorde en het verloop van acties in een tekst aangeven. Het correct gebruik van deze voegwoorden kan de precisie en vloeiendheid van uw zinnen aanzienlijk verbeteren, wat essentieel is voor een heldere en effectieve communicatie.
In deze grammaticaoefeningen richten we ons op het herkennen, begrijpen en toepassen van tijdelijke voegwoorden in verschillende contexten. Of u nu een beginnende leerling bent die de basis van de Portugese taal aan het ontdekken is, of een gevorderde spreker die zijn grammaticale kennis wil verfijnen, deze oefeningen zullen u helpen om de nuances van tijdsaanduidingen meester te worden. Door middel van praktijkvoorbeelden en gevarieerde opdrachten krijgt u de kans om uw vaardigheden te verbeteren en met meer vertrouwen Portugese zinnen te formuleren.
Exercise 1
<p>1. Eles saíram de casa *quando* começou a chover (tijdstip).</p>
<p>2. Ele chegou em casa *enquanto* ela estava cozinhando (tijdstip).</p>
<p>3. Eu vou terminar a tarefa *assim que* você chegar (voorwaarde).</p>
<p>4. Ela ficou triste *desde que* ele partiu (tijdstip).</p>
<p>5. Nós começamos a trabalhar *logo que* o sol nasceu (tijdstip).</p>
<p>6. A aula começou *depois que* todos chegaram (tijdstip).</p>
<p>7. Nós vamos sair para jantar *antes de* o filme começar (tijdstip).</p>
<p>8. Eu estava lendo um livro *enquanto* esperava pelo ônibus (tijdstip).</p>
<p>9. Ela vai descansar *assim que* terminar o projeto (voorwaarde).</p>
<p>10. Ele se sentiu melhor *depois de* tomar o remédio (tijdstip).</p>
Exercise 2
<p>1. Ela começou a chorar *quando* ouviu a notícia (tijdelijke voegwoord dat een tijdstip aangeeft).</p>
<p>2. *Assim que* ele chegou, a festa começou (tijdelijke voegwoord dat aangeeft dat iets gebeurt zodra iets anders gebeurt).</p>
<p>3. Nós precisamos terminar o projeto *antes que* o chefe volte (tijdelijke voegwoord dat aangeeft dat iets moet gebeuren voor een ander ding gebeurt).</p>
<p>4. Ele sempre lê um livro *enquanto* espera pelo ônibus (tijdelijke voegwoord dat aangeeft dat iets gebeurt tijdens een andere actie).</p>
<p>5. *Logo que* o sol se pôs, eles acenderam a fogueira (tijdelijke voegwoord dat aangeeft dat iets gebeurt direct na een ander ding).</p>
<p>6. Ela dormiu *assim que* deitou na cama (tijdelijke voegwoord dat aangeeft dat iets gebeurt zodra iets anders gebeurt).</p>
<p>7. O telefone tocou *enquanto* ele estava no banho (tijdelijke voegwoord dat aangeeft dat iets gebeurt tijdens een andere actie).</p>
<p>8. *Depois que* terminou o trabalho, ele foi para casa (tijdelijke voegwoord dat aangeeft dat iets gebeurt nadat een ander ding gebeurt).</p>
<p>9. *Desde que* ele começou a praticar, seu português melhorou muito (tijdelijke voegwoord dat aangeeft een beginpunt in de tijd).</p>
<p>10. Eu vou te ajudar *assim que* terminar minha tarefa (tijdelijke voegwoord dat aangeeft dat iets gebeurt zodra iets anders gedaan is).</p>
Exercise 3
<p>1. Ela vai estudar mais tarde, *depois que* terminar o jantar. (tijdelijke voegwoord voor 'na')</p>
<p>2. Vamos sair, *assim que* a chuva parar. (tijdelijke voegwoord voor 'wanneer')</p>
<p>3. João sempre lê um livro *antes que* vá dormir. (tijdelijke voegwoord voor 'voordat')</p>
<p>4. Maria só se diverte *enquanto* seus filhos estão na escola. (tijdelijke voegwoord voor 'terwijl')</p>
<p>5. A festa começa *logo que* todos chegarem. (tijdelijke voegwoord voor 'zodra')</p>
<p>6. Ele não pode sair *até que* termine o trabalho. (tijdelijke voegwoord voor 'totdat')</p>
<p>7. Não posso te ajudar *enquanto* estou ocupado. (tijdelijke voegwoord voor 'terwijl')</p>
<p>8. Eles vão decidir o plano *assim que* tiverem todas as informações. (tijdelijke voegwoord voor 'wanneer')</p>
<p>9. Ela vai continuar a estudar *até que* passe no exame. (tijdelijke voegwoord voor 'totdat')</p>
<p>10. O filme começará *depois que* todos se sentarem. (tijdelijke voegwoord voor 'na')</p>