Pick a language and start learning!
Voortijdige Voltooide Tijd Opdrachten in de Spaanse taal
De Voortijdige Voltooide Tijd (pretérito pluscuamperfecto) in de Spaanse taal is een van de tijden die vaak uitdagend kan zijn voor taalleerders. Deze tijd wordt gebruikt om aan te geven dat een handeling in het verleden plaatsvond vóór een andere handeling in het verleden. Bijvoorbeeld, wanneer je wilt zeggen "Ik had gegeten voordat hij aankwam", gebruik je de Voortijdige Voltooide Tijd om duidelijk te maken dat het eten plaatsvond vóór het aankomen. Het beheersen van deze tijd is essentieel voor een nauwkeurige en vloeiende communicatie in het Spaans.
In deze sectie vind je diverse oefeningen die je helpen om de Voortijdige Voltooide Tijd onder de knie te krijgen. Van invuloefeningen tot zinsvertalingen, elke oefening is ontworpen om je begrip en gebruik van deze tijd te verbeteren. Door regelmatig te oefenen met deze oefeningen, zul je merken dat je steeds zelfverzekerder wordt in het gebruik van de Voortijdige Voltooide Tijd, wat je Spaanse taalvaardigheid aanzienlijk zal verbeteren.
Exercise 1
<p>1. Toen ik aankwam, had ik al *gegeten* (voltooide tijd van "eten").</p>
<p>2. Hij vertelde me dat hij de film al *gezien* had (voltooide tijd van "zien").</p>
<p>3. We waren te laat omdat we ons hadden *verslapen* (voltooide tijd van "verslapen").</p>
<p>4. Ze zei dat ze al *gebeld* had voordat ze vertrok (voltooide tijd van "bellen").</p>
<p>5. Voordat de les begon, hadden ze al hun huiswerk *gemaakt* (voltooide tijd van "maken").</p>
<p>6. Hij had al *gestudeerd* voordat hij naar het examen ging (voltooide tijd van "studeren").</p>
<p>7. Ze hadden de taart al *opgegeten* voordat de gasten aankwamen (voltooide tijd van "opeten").</p>
<p>8. We hadden al *beslist* voordat we het nieuws hoorden (voltooide tijd van "beslissen").</p>
<p>9. Ze had de brief al *geschreven* voordat ze hem verstuurde (voltooide tijd van "schrijven").</p>
<p>10. Hij had al *gereisd* voordat hij besloot zich te vestigen (voltooide tijd van "reizen").</p>
Exercise 2
<p>1. Yo ya *había terminado* mi tarea cuando llegó mi amigo (werkwoord voor afsluiten).</p>
<p>2. Ella *había cocinado* la cena antes de que empezara la película (werkwoord voor bereiden).</p>
<p>3. Nosotros *habíamos visitado* ese museo antes de la pandemia (werkwoord voor bezoeken).</p>
<p>4. Ellos no *habían visto* la nueva serie antes de que se hiciera popular (werkwoord voor kijken).</p>
<p>5. Tú *habías leído* ese libro antes de que te lo recomendara (werkwoord voor lezen).</p>
<p>6. Yo nunca *había viajado* en avión antes de mi primer viaje internacional (werkwoord voor reizen).</p>
<p>7. Ella *había comprado* el regalo antes del cumpleaños de su hermano (werkwoord voor aanschaffen).</p>
<p>8. Nosotros ya *habíamos limpiado* la casa antes de la fiesta (werkwoord voor schoonmaken).</p>
<p>9. Ellos *habían estudiado* para el examen antes de que el profesor les diera más tareas (werkwoord voor leren).</p>
<p>10. Tú *habías aprendido* a nadar antes de mudarte cerca del mar (werkwoord voor leren).</p>
Exercise 3
<p>1. Toen ik thuiskwam, *had* mijn broer al gegeten. (hulpwerkwoord in verleden tijd)</p>
<p>2. Zij vertelde me dat ze de film al *had* gezien voordat ik aankwam. (hulpwerkwoord in verleden tijd)</p>
<p>3. Nadat hij zijn huiswerk *had* gemaakt, ging hij naar buiten spelen. (hulpwerkwoord in verleden tijd)</p>
<p>4. Voordat wij naar Spanje gingen, *hadden* we al veel over het land gelezen. (hulpwerkwoord in verleden tijd)</p>
<p>5. Toen ze haar diploma *had* gehaald, vond ze meteen een baan. (hulpwerkwoord in verleden tijd)</p>
<p>6. Voordat de les begon, *had* ik de opdracht al af. (hulpwerkwoord in verleden tijd)</p>
<p>7. Zij zei dat ze de hond al *had* uitgelaten voordat ik thuis kwam. (hulpwerkwoord in verleden tijd)</p>
<p>8. Nadat hij zijn koffie *had* gedronken, begon hij te werken. (hulpwerkwoord in verleden tijd)</p>
<p>9. Toen we aankwamen, *had* de trein al vertraging. (hulpwerkwoord in verleden tijd)</p>
<p>10. Voordat zij naar bed ging, *had* ze al haar tanden gepoetst. (hulpwerkwoord in verleden tijd)</p>