Vragende voornaamwoorden Opdrachten in de Portugese taal

Vragende voornaamwoorden, ook wel bekend als vraagwoorden, zijn essentieel voor het stellen van vragen in elke taal, en het Portugees is daarop geen uitzondering. Deze vraagwoorden helpen ons om specifieke informatie te verkrijgen, zoals wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe. In het Portugees worden deze vraagwoorden gebruikt in verschillende contexten en hebben ze vaak specifieke grammaticale regels die we moeten volgen om correcte en duidelijke zinnen te vormen. Begrip van deze vraagwoorden is cruciaal voor het ontwikkelen van vloeiendheid en het verbeteren van je communicatieve vaardigheden in het Portugees. In deze grammaticaoefeningen richten we ons op de verschillende vraagwoorden in het Portugees en hoe ze in zinnen worden gebruikt. Je zult oefeningen vinden die je helpen om de juiste vraagwoorden te kiezen en te plaatsen, evenals om de structuur van vragen te begrijpen en te oefenen. Door deze oefeningen regelmatig te doen, zul je merken dat je vaardigheden in het stellen van vragen in het Portugees aanzienlijk zullen verbeteren. Laten we beginnen met het verkennen van deze belangrijke grammaticale component en je kennis van het Portugees naar een hoger niveau tillen!

Exercise 1 

<p>1. *Wie* is jouw favoriete leraar? (vraag naar persoon)</p> <p>2. *Wat* doe je in je vrije tijd? (vraag naar activiteit)</p> <p>3. *Waar* is de dichtstbijzijnde supermarkt? (vraag naar locatie)</p> <p>4. *Waarom* heb je je huiswerk niet gemaakt? (vraag naar reden)</p> <p>5. *Wanneer* ga je op vakantie? (vraag naar tijdstip)</p> <p>6. *Welke* kleur vind je het mooist? (vraag naar voorkeur)</p> <p>7. *Hoe* kom jij naar school? (vraag naar manier)</p> <p>8. *Wiens* boek is dit? (vraag naar bezitter)</p> <p>9. *Hoeveel* kost deze jas? (vraag naar prijs)</p> <p>10. *Hoe laat* begint de film? (vraag naar tijdstip)</p>
 

Exercise 2

<p>1. *Quem* é seu professor de português? (vraag naar een persoon)</p> <p>2. *O que* você está fazendo agora? (vraag naar een actie)</p> <p>3. *Qual* é o seu filme favorito? (vraag naar een voorkeur)</p> <p>4. *Onde* você mora? (vraag naar een locatie)</p> <p>5. *Como* você vai para a escola? (vraag naar een manier)</p> <p>6. *Por que* você está atrasado? (vraag naar een reden)</p> <p>7. *Quantos* irmãos você tem? (vraag naar een aantal)</p> <p>8. *Quando* é o seu aniversário? (vraag naar een tijdstip)</p> <p>9. *De quem* é esse livro? (vraag naar eigendom)</p> <p>10. *Quanto* custa este vestido? (vraag naar een prijs)</p>
 

Exercise 3

<p>1. *Wie* heeft de deur geopend? (Vraag naar een persoon).</p> <p>2. *Wat* heb je gisteren gekocht? (Vraag naar een ding).</p> <p>3. *Waar* is de bibliotheek? (Vraag naar een plaats).</p> <p>4. *Wanneer* begint de film? (Vraag naar een tijdstip).</p> <p>5. *Waarom* ben je te laat? (Vraag naar een reden).</p> <p>6. *Hoe* gaat het met je? (Vraag naar een toestand).</p> <p>7. *Welke* kleur vind je het mooist? (Vraag naar een keuze).</p> <p>8. *Hoeveel* appels heb je gekocht? (Vraag naar een aantal).</p> <p>9. *Wiens* boek is dit? (Vraag naar eigendom).</p> <p>10. *Wat voor* muziek luister je graag? (Vraag naar een soort of type).</p>
 

Language Learning Made Fast and Easy with AI

Talkpal is AI-powered language teacher. master 57+ languages efficiently 5x faster with revolutionary technology.