De aanvoegende wijs, ook wel bekend als de conjunctief, is een fascinerend en soms uitdagend onderdeel van de Portugese grammatica. Deze wijze wordt vaak gebruikt om onzekerheid, wenselijkheid, mogelijkheid of subjectiviteit uit te drukken. In het Nederlands hebben we niet echt een equivalent van deze grammaticale vorm, wat het leren ervan voor Nederlandstaligen extra uitdagend kan maken. In dit artikel zullen we de verschillende gebruikswijzen van de aanvoegende wijs in het Portugees onderzoeken, evenals de vormen en vervoegingen die je moet kennen om deze wijs correct te gebruiken.
Wat is de aanvoegende wijs?
De aanvoegende wijs wordt in het Portugees gebruikt om situaties te beschrijven die hypothetisch, onzeker of wenselijk zijn. Het wordt vaak gebruikt na bepaalde werkwoorden, voegwoorden en uitdrukkingen die een bepaalde mate van subjectiviteit of onzekerheid met zich meebrengen.
Voorbeeldzinnen
Laten we beginnen met enkele voorbeelden om een idee te krijgen van hoe de aanvoegende wijs wordt gebruikt in het Portugees:
1. Espero que tu venhas amanhã. (Ik hoop dat je morgen komt.)
2. É importante que ele estude para o exame. (Het is belangrijk dat hij studeert voor het examen.)
3. Se eu tivesse dinheiro, compraria um carro. (Als ik geld had, zou ik een auto kopen.)
In deze zinnen zien we dat de aanvoegende wijs wordt gebruikt na werkwoorden die hoop, belangrijkheid en hypothetische situaties uitdrukken.
Wanneer gebruik je de aanvoegende wijs?
Er zijn verschillende situaties waarin de aanvoegende wijs wordt gebruikt in het Portugees. Hieronder bespreken we de belangrijkste gevallen:
1. Uitdrukken van wens of hoop
Wanneer je een wens of hoop wilt uitdrukken, gebruik je vaak de aanvoegende wijs. Dit gebeurt meestal na werkwoorden zoals “esperar” (hopen), “desejar” (wensen), en “querer” (willen).
Voorbeelden:
– Espero que tudo corra bem. (Ik hoop dat alles goed gaat.)
– Desejo que você seja feliz. (Ik wens dat je gelukkig bent.)
2. Uitdrukken van twijfel of onzekerheid
De aanvoegende wijs wordt ook gebruikt na werkwoorden en uitdrukkingen die twijfel of onzekerheid uitdrukken, zoals “duvidar” (twijfelen), “não acreditar” (niet geloven), en “não ter certeza” (niet zeker weten).
Voorbeelden:
– Duvido que ele venha à festa. (Ik twijfel eraan of hij naar het feest komt.)
– Não acredito que ela tenha dito isso. (Ik geloof niet dat zij dat gezegd heeft.)
3. Uitdrukken van mogelijkheid of voorwaarde
Wanneer je een mogelijkheid of voorwaarde wilt uitdrukken, gebruik je vaak de aanvoegende wijs na voegwoorden zoals “se” (als), “caso” (in geval dat), en “a não ser que” (tenzij).
Voorbeelden:
– Se eu tivesse tempo, iria ao cinema. (Als ik tijd had, zou ik naar de bioscoop gaan.)
– Caso você precise de ajuda, me avise. (In geval je hulp nodig hebt, laat het me weten.)
Vormen en vervoegingen
Nu we weten wanneer we de aanvoegende wijs moeten gebruiken, is het tijd om te kijken naar de vormen en vervoegingen. De aanvoegende wijs kent verschillende tijden: de presente do subjuntivo (aanvoegende wijs tegenwoordige tijd), a pretérito imperfeito do subjuntivo (aanvoegende wijs verleden tijd), en a futuro do subjuntivo (aanvoegende wijs toekomstige tijd).
Presente do Subjuntivo
De presente do subjuntivo wordt gevormd door de stam van het werkwoord te nemen en de volgende uitgangen toe te voegen:
– AR werkwoorden: -e, -es, -e, -emos, -eis, -em
– ER/IR werkwoorden: -a, -as, -a, -amos, -ais, -am
Voorbeeld met het werkwoord “falar” (spreken):
– Eu fale
– Tu fales
– Ele/Ela/Você fale
– Nós falemos
– Vós faleis
– Eles/Elas/Vocês falem
Voorbeeld met het werkwoord “comer” (eten):
– Eu coma
– Tu comas
– Ele/Ela/Você coma
– Nós comamos
– Vós comais
– Eles/Elas/Vocês comam
Voorbeeld met het werkwoord “partir” (vertrekken):
– Eu parta
– Tu partas
– Ele/Ela/Você parta
– Nós partamos
– Vós partais
– Eles/Elas/Vocês partam
Pretérito Imperfeito do Subjuntivo
De pretérito imperfeito do subjuntivo wordt gevormd door de derde persoon meervoud van de pretérito perfeito te nemen, de “-ram” uitgang te verwijderen en de volgende uitgangen toe te voegen: -sse, -sses, -sse, -ssemos, -sseis, -ssem.
Voorbeeld met het werkwoord “falar”:
– Eu falasse
– Tu falasses
– Ele/Ela/Você falasse
– Nós falássemos
– Vós falásseis
– Eles/Elas/Vocês falassem
Voorbeeld met het werkwoord “comer”:
– Eu comesse
– Tu comesses
– Ele/Ela/Você comesse
– Nós comêssemos
– Vós comêsseis
– Eles/Elas/Vocês comessem
Voorbeeld met het werkwoord “partir”:
– Eu partisse
– Tu partisses
– Ele/Ela/Você partisse
– Nós partíssemos
– Vós partísseis
– Eles/Elas/Vocês partissem
Futuro do Subjuntivo
De futuro do subjuntivo wordt gevormd door de derde persoon meervoud van de pretérito perfeito te nemen en de “-ram” uitgang te verwijderen en de volgende uitgangen toe te voegen: -r, -res, -r, -rmos, -rdes, -rem.
Voorbeeld met het werkwoord “falar”:
– Eu falar
– Tu falares
– Ele/Ela/Você falar
– Nós falarmos
– Vós falardes
– Eles/Elas/Vocês falarem
Voorbeeld met het werkwoord “comer”:
– Eu comer
– Tu comeres
– Ele/Ela/Você comer
– Nós comermos
– Vós comerdes
– Eles/Elas/Vocês comerem
Voorbeeld met het werkwoord “partir”:
– Eu partir
– Tu partires
– Ele/Ela/Você partir
– Nós partirmos
– Vós partirdes
– Eles/Elas/Vocês partirem
Veelvoorkomende uitdrukkingen met de aanvoegende wijs
Er zijn bepaalde uitdrukkingen in het Portugees die vaak de aanvoegende wijs vereisen. Hier zijn enkele veelvoorkomende voorbeelden:
– Tomara que… (Hopelijk…)
– Tomara que chova amanhã. (Hopelijk regent het morgen.)
– Que… (Dat…)
– Que você tenha um bom dia. (Dat je een goede dag hebt.)
– Oxalá… (Hopelijk…)
– Oxalá ele venha. (Hopelijk komt hij.)
Oefeningen om de aanvoegende wijs te beheersen
Het begrijpen van de theorie is slechts de helft van het leerproces. Om de aanvoegende wijs echt onder de knie te krijgen, moet je oefenen. Hier zijn enkele oefeningen die je kunt doen om je vaardigheden te verbeteren:
Oefening 1: Vul de juiste vorm van de aanvoegende wijs in
1. Espero que você _______ (falar) a verdade.
2. É necessário que ele _______ (comer) mais verduras.
3. Se eu _______ (ter) tempo, ajudaria você.
Oefening 2: Zet de volgende zinnen om naar de aanvoegende wijs
1. Eles querem que nós (ir) com eles.
2. É importante que você (estudar) para o exame.
3. Se ele (saber) a resposta, ele diria.
Oefening 3: Schrijf zinnen met de aanvoegende wijs
1. Schrijf een zin waarin je een wens uitdrukt.
2. Schrijf een zin waarin je een mogelijkheid of voorwaarde uitdrukt.
3. Schrijf een zin waarin je twijfel of onzekerheid uitdrukt.
Conclusie
De aanvoegende wijs in het Portugees is een essentieel onderdeel van de taal die vaak wordt gebruikt om wenselijkheid, onzekerheid, mogelijkheid en subjectiviteit uit te drukken. Hoewel het aanvankelijk ingewikkeld kan lijken, is het beheersen van deze grammaticale vorm cruciaal voor een vloeiende en correcte communicatie in het Portugees. Door de juiste vormen en vervoegingen te leren en regelmatig te oefenen, zul je merken dat je steeds vertrouwder raakt met de aanvoegende wijs en deze steeds natuurlijker kunt gebruiken in je dagelijkse gesprekken. Dus, aan de slag en veel succes met je studie van de Portugese aanvoegende wijs!