Aanwijzende voornaamwoorden spelen een cruciale rol in de Portugese grammatica. Ze helpen om specifieke personen, plaatsen of dingen aan te wijzen en te identificeren in een gesprek of tekst. In het Nederlands kennen we deze woorden als “dit”, “dat”, “deze” en “die”. Het begrijpen en correct gebruiken van deze voornaamwoorden in het Portugees kan echter soms verwarrend zijn voor Nederlandstalige leerlingen. Dit artikel biedt een uitgebreide gids om de aanwijzende voornaamwoorden in de Portugese taal te leren kennen en correct toe te passen.
Wat zijn aanwijzende voornaamwoorden?
Aanwijzende voornaamwoorden zijn woorden die worden gebruikt om specifiek naar een naamwoord te verwijzen, vaak om de locatie of afstand van de spreker te benadrukken. In het Portugees worden aanwijzende voornaamwoorden onderverdeeld in drie categorieën op basis van de afstand tot de spreker en de luisteraar:
1. **Proximiteit (dichtbij de spreker)**: Dit zijn woorden die verwijzen naar iets dat zich dicht bij de spreker bevindt.
2. **Middelmatige afstand (dichtbij de luisteraar)**: Deze woorden verwijzen naar iets dat zich dichter bij de luisteraar bevindt dan bij de spreker.
3. **Afstand (ver van zowel de spreker als de luisteraar)**: Dit zijn woorden die verwijzen naar iets dat zich ver van zowel de spreker als de luisteraar bevindt.
De verschillende vormen van aanwijzende voornaamwoorden in het Portugees
In het Portugees zijn er verschillende vormen van aanwijzende voornaamwoorden die afhankelijk zijn van het geslacht (mannelijk of vrouwelijk) en het aantal (enkelvoud of meervoud) van het naamwoord waarnaar ze verwijzen.
Proximiteit (dichtbij de spreker)
1. **Enkelvoud**:
– Mannelijk: este (deze, dit)
– Vrouwelijk: esta (deze, dit)
2. **Meervoud**:
– Mannelijk: estes (deze)
– Vrouwelijk: estas (deze)
Voorbeelden:
– Este livro é interessante. (Dit boek is interessant.)
– Esta casa é bonita. (Dit huis is mooi.)
– Estes carros são rápidos. (Deze auto’s zijn snel.)
– Estas flores são lindas. (Deze bloemen zijn mooi.)
Middelmatige afstand (dichtbij de luisteraar)
1. **Enkelvoud**:
– Mannelijk: esse (die, dat)
– Vrouwelijk: essa (die, dat)
2. **Meervoud**:
– Mannelijk: esses (die)
– Vrouwelijk: essas (die)
Voorbeelden:
– Esse livro é interessante. (Dat boek is interessant.)
– Essa casa é bonita. (Dat huis is mooi.)
– Esses carros são rápidos. (Die auto’s zijn snel.)
– Essas flores são lindas. (Die bloemen zijn mooi.)
Afstand (ver van zowel de spreker als de luisteraar)
1. **Enkelvoud**:
– Mannelijk: aquele (die, dat)
– Vrouwelijk: aquela (die, dat)
2. **Meervoud**:
– Mannelijk: aqueles (die)
– Vrouwelijk: aquelas (die)
Voorbeelden:
– Aquele livro é interessante. (Dat boek daar is interessant.)
– Aquela casa é bonita. (Dat huis daar is mooi.)
– Aqueles carros são rápidos. (Die auto’s daar zijn snel.)
– Aquelas flores são lindas. (Die bloemen daar zijn mooi.)
Gebruik van aanwijzende voornaamwoorden in context
Aanwijzende voornaamwoorden kunnen zowel zelfstandig als bijvoeglijk gebruikt worden. Dit betekent dat ze niet alleen als aanduiding voor een specifiek naamwoord kunnen dienen, maar ook het naamwoord zelf kunnen vervangen.
Zelfstandig gebruik
Bij zelfstandig gebruik vervangen aanwijzende voornaamwoorden het naamwoord waarnaar ze verwijzen. Dit kan handig zijn wanneer de context duidelijk maakt waarnaar verwezen wordt.
Voorbeelden:
– O que é isso? (Wat is dat?)
– Isso é um problema. (Dat is een probleem.)
– Aquilo parece interessante. (Dat daar lijkt interessant.)
Bijvoeglijk gebruik
Bij bijvoeglijk gebruik staan aanwijzende voornaamwoorden direct voor het naamwoord waarnaar ze verwijzen.
Voorbeelden:
– Este carro é meu. (Deze auto is van mij.)
– Essa casa é grande. (Dat huis is groot.)
– Aquele livro é famoso. (Dat boek daar is beroemd.)
Veelgemaakte fouten en hoe ze te vermijden
Het correct gebruiken van aanwijzende voornaamwoorden kan lastig zijn, vooral omdat de afstand en context een grote rol spelen in het Portugees. Hier zijn enkele veelgemaakte fouten en tips om ze te vermijden:
1. **Verwarring tussen ‘este’ en ‘esse’**: Veel leerlingen verwarren ‘este’ met ‘esse’. Onthoud dat ‘este’ verwijst naar iets dichtbij de spreker en ‘esse’ naar iets dichter bij de luisteraar.
2. **Verkeerde geslachtsvorm**: Zorg ervoor dat het geslacht van het aanwijzende voornaamwoord overeenkomt met het geslacht van het naamwoord waarnaar het verwijst. Bijvoorbeeld, ‘este livro’ (dit boek) en ‘esta mesa’ (deze tafel).
3. **Verkeerd gebruik in meervoud**: Vergeet niet dat de meervoudsvormen ook geslachtsafhankelijk zijn. Bijvoorbeeld, ‘estes livros’ (deze boeken) en ‘essas mesas’ (deze tafels).
Praktische oefeningen
Om de kennis van aanwijzende voornaamwoorden in het Portugees te versterken, is het belangrijk om te oefenen. Hier zijn enkele oefeningen die je kunt doen:
1. **Zinnen vertalen**: Probeer Nederlandse zinnen met aanwijzende voornaamwoorden te vertalen naar het Portugees.
– Deze auto is snel.
– Dat huis is oud.
– Die boeken zijn interessant.
– Deze bloemen zijn mooi.
2. **Gaten invullen**: Vul de juiste vorm van het aanwijzende voornaamwoord in de volgende zinnen in.
– ____ (deze) menina é minha irmã.
– ____ (die) carros são caros.
– ____ (dat) livro é novo.
– ____ (die) flores são coloridas.
3. **Zelfstandige zinnen maken**: Schrijf zinnen waarin je aanwijzende voornaamwoorden zelfstandig gebruikt.
– Wat is dat?
– Dit is belangrijk.
– Dat daar is mooi.
Conclusie
Aanwijzende voornaamwoorden zijn een essentieel onderdeel van de Portugese grammatica. Ze helpen bij het duidelijk en precies communiceren van informatie over personen, plaatsen en dingen. Door de verschillende vormen en hun gebruik in context te begrijpen, kun je je Portugese taalvaardigheid aanzienlijk verbeteren. Vergeet niet om regelmatig te oefenen en aandacht te besteden aan de details van geslacht en aantal, zodat je deze woorden correct en zelfverzekerd kunt gebruiken.




